eerste-schooldag

eerste-schooldag: 10 praktische tips & nuttige informatie

Verzamel informatie

Voor de ene ouder staat het eigenlijk al lang vast waar het kind naar school zal gaan, voor de andere staan er verschillende opties open.
Het kan uit een praktisch oogpunt de meest dichtstbijzijnde school zijn, maar er kunnen ook andere zaken belangrijk zijn; bijvoorbeeld een geloofsovertuiging. Het beste kies je een school op basis van de informatie die door de verschillende scholen verstrekt worden.

Je kunt op verschillende manieren aan informatie komen. De meeste basisscholen houden jaarlijks een open dag. Je kunt de school deze dag samen met je kind bezoeken. Daarnaast zijn de meeste scholen bereid om een rondleiding door de school te geven, buiten de open dagen om. Je kunt meestal wel een afspraak met de (adjunct-)directeur maken. Het is belangrijk om je kind mee te nemen naar de rondleiding. Vaak is er gelegenheid om een kijkje in de klassen te nemen, terwijl de kinderen les krijgen. Soms is er zelfs tijd om de leerkrachten even (kort) te ontmoeten.
Een informatieavond is geschikt om kennis te maken met het beleid van de school. Je kunt op deze avonden wat dieper ingaan op bijvoorbeeld de lesmethoden die de school hanteert.
Vraag de verschillende basisscholen om een schoolgids of een schoolplan. Deze kun je in je eigen tempo uitvoerig doornemen.
Maak eens een praatje met ouders uit de buurt die hun kind(eren) naar een basisschool sturen. Je kunt afgaan op de ervaringen van deze ouders en de kinderen.
De juiste informatie is belangrijk voor een goede keuze. Als ouder krijg je immers dagelijks te maken met de school. Het is daarom belangrijk om te weten wat je van een school kunt verwachten en wat de school van jou als ouder verwacht. Die verwachtingen worden duidelijker als je goed geïnformeerd bent.

Het is zover

Het komt veel voor dat kinderen de eerste tijd steeds weer moeite hebben met het afscheid nemen. Er zijn kinderen die wekenlang kunnen huilen. De verandering kan voor het kind erg beangstigend zijn.
Wordt daarom niet boos, ook niet als het langer aanhoudt.
Blijf niet te lang in de klas hangen, dat maakt het afscheid nemen waarschijnlijk alleen nog maar dramatischer.
Vraag de juf of de meester je bij het afscheid nemen te helpen. De juf of de meester kan het kind even op schoot nemen als jij de klas uit loopt.

Vraag altijd aan je kind hoe de dag op school is gegaan. Als alles goed is gegaan, kun je je kind complimentjes geven. Daarmee geef je je kind zelfvertrouwen.
Als je kind werkstukjes mee naar huis neemt, kun je daar wat aandacht aan besteden. Gooi het niet weg, maar geef het een plaats in je huis.

Veel kinderen zijn erg moe na een schooldag. Voor sommige kinderen is een hele dag te lang. Je kunt met de juf of meester afspreken om het eerst bij halve dagen te laten. Zorg ervoor dat je kind ook werkelijk na school tot rust kan komen.

Een kind heeft na een schooldag veel te verwerken. Het kan thuis opeens extra druk zijn, huilerig zijn, of opeens weer in bed plassen. Probeer hiervoor geduld en begrip op te brengen. Het heeft waarschijnlijk allemaal te maken met de verwerking. Het heeft even tijd nodig, maar op een gegeven moment zal het kind zijn of haar draai echt wel vinden.

Je kind voorbereiden

De eerste schooldag is erg spannend voor het kind, maar ook voor de ouders.
Het is belangrijk dat je je kind er goed op voorbereid. Je hebt je kind al eens de klas laten zien en hopelijk heeft je kind ook al eerder kennis gemaakt met zijn of haar nieuwe juf of meester. Je loopt al wekenlang langs de school en soms kijk je er samen met je kind naar binnen. Praat er veel over met je kind. Je hebt ook speciale boekjes met het thema “De eerste dag naar school”, die je samen met je kind kunt lezen.

Zorg dat het kind goed is uitgerust. Neem de tijd voor het ontbijt en leg je kind nog eens goed uit wat er allemaal gaat gebeuren op de eerste schooldag. Vertel het kind wie straks bij de deur staat te wachten als het uit school komt. Laat dit bij voorkeur één van de ouders zijn.

Een nieuwe omgeving kan een kind erg onzeker maken. Het is dan ook niet vreemd als een kind gaat huilen als je als ouder afscheid neemt.
Wordt niet boos, blijf rustig en neem in ieder geval vastberaden afscheid. De meeste kinderen stoppen met huilen als de ouders weg zijn. De meester of de juf hebben eerder met dit bijltje gehakt en weten de kinderen meestal wel af te leiden met een spelletje, waardoor ze stoppen met huilen.

Doe je kind makkelijk zittende kleding aan. Zorg dat het kind zelf zijn/haar broek makkelijk aan en uit kan trekken.
Geef een tas mee met een eenvoudige sluiting, zodat het kind er zelf makkelijk spullen in kan doen of er uit kan halen.
Geef de eerste tijd reservekleding mee.
Vraag aan de school of het kind de eerste periode zijn of haar lievelingsknuffel mee mag nemen. Deze kan dan op moeilijke momenten goed van pas komen.

Zorg dat je ruimschoots op tijd bent om je kind op te halen. Besteed aandacht aan de verhalen die het kind te vertellen heeft. En als het niets te vertellen heeft, dan laat je het maar even zo. Het helpt niet om een verhaal af te dwingen.

De kwaliteit

Iedere basisschool moet zich houden aan de regels zoals die zijn bepaald bij de Wet op het primair onderwijs. Hierin staat dat alle kinderen minimaal acht jaar naar een basisschool moeten gaan.

De overheid stelt bepaalde eisen aan het onderwijs, zodat de kinderen aan het einde van de schooltijd een aantal zaken weten en kunnen.
Hiervoor heeft de overheid voor elk verplicht vak een aantal kerndoelen beschreven. Ben je nieuwsgierig welke kerndoelen per vak zijn vastgesteld? Je kunt op het internet een website raadplegen waarin alle kerndoelen per vak kunnen worden nagelezen.
Het is de website kerndoelen.kennisnet.nl.

De onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit en de inrichting van het onderwijs op scholen. De school wordt regelmatig bezocht door een inspecteur. Hij controleert of de school zich houdt aan de eisen die gesteld worden aan het onderwijs en schrijft een rapport over zijn bevindingen.
Je kunt meer informatie en details hierover vinden op de website onderwijsinspectie.nl. Deze site verstrekt ook informatie over de scholen in je buurt. Je kunt hier lezen hoe goed of minder goed die scholen het in de afgelopen jaren hebben gedaan.
De kwaliteit van het onderwijs van een school is belangrijk, want je wilt toch dat je kind na acht jaar goed voorbereid het voortgezet onderwijs in gaat.

Een school is ook verplicht zich te houden aan de regels betreffende de leerplicht. Een ambtenaar van de gemeente controleert dit bij de scholen.

Een school kan weigeren

Of je kind wordt toegelaten op school, beslist het schoolbestuur.
Soms weigert de school de toelating van een kind, omdat de klassen vol zijn.
Als de keuze is gevallen op een openbare school, is het de taak van de gemeente om ervoor te zorgen dat het kind wordt toegelaten op een andere openbare school.

Als je kind niet kan worden toegelaten op een bijzondere school, moet het kind door het bestuur van de school worden doorverwezen naar een andere school van het bestuur, tenzij er maar één school van is. Helaas zul je dan zelf weer moeten zoeken naar een andere school.

Er zijn gemeenten waar het schoolbestuur slechts enkele leerlingen uit andere wijken toelaat. De leerlingen uit één wijk worden dan naar eenzelfde school verwezen. Dat doet een schoolbestuur dan om te voorkomen dat de ene school vol zit en de andere school te weinig leerlingen heeft.

Een bijzondere school mag een kind weigeren als de ouders het niet eens zijn met de godsdienstige of levensbeschouwelijke opvatting van de school. Als er geen andere openbare school in de buurt is mag de bijzondere school het kind echter niet weigeren.

De weigering tot toelating van een kind moet altijd schriftelijk en gemotiveerd gebeuren. Als je het niet eens bent met de motivatie, dan kun je een bezwaarschrift indienen. In dat geval moet je binnen zes weken de brief beantwoorden met een brief, waarin je uitlegt waarom je het niet met de school eens bent. De school heeft dan vier weken de tijd om het kind opnieuw te weigeren of toch toe te laten.
Als het kind opnieuw wordt geweigerd, kun je naar de rechter stappen.

Sommige scholen zetten een kind op de wachtlijst. Dit houdt niet in dat het kind wordt geweigerd, maar er is wat later plaats voor het kind. Daarom is het erg belangrijk om een kind op tijd aan te melden en in te schrijven.

Schoolgeld betalen?

Je hoeft niet te betalen voor het basisonderwijs. Dit wordt betaald uit het belastinggeld.
Een school kan wel om een bijdrage vragen in de kosten voor schoolactiviteiten, zoals excursies of feestjes. Het bedrag voor deze zogenaamde ouderbijdrage kan per school verschillen. De ene school vraagt om één vast bedrag per jaar, terwijl een andere school het per gelegenheid doet.
Ouders zijn niet verplicht de ouderbijdrage te betalen. De school mag een kind daarom niet weigeren. De school mag het kind wel uitsluiten van bepaalde activiteiten, maar moet dan wel gedurende die activiteit voor opvang zorgen als de activiteit binnen de schooltijd plaatsvindt. De school moet altijd vertellen waar ze de ouderbijdrage aan heeft uitgegeven.

Het kan zijn dat je keuze is gevallen op een school die niet in de buurt van je woning staat. Je hebt bijvoorbeeld gekozen voor een school die lesgeeft vanuit een bepaalde levensbeschouwelijke opvatting. Als je kind meer dan 6 kilometer moet reizen om naar school te kunnen, kost dit veel extra geld. In dit geval kan de gemeente het reisgeld geheel of gedeeltelijk vergoeden.
Omdat iedere gemeente er een eigen regeling voor heeft, is het verstandig om bij je eigen gemeente na te vragen hoe dat in jouw woonplaats geregeld is.

Soorten van onderwijs

De overheid stelt eisen aan het onderwijs. Er zijn wetten en regels bepaald waar iedere basisschool zich aan dient te houden.
Binnen deze wetten en regels mag een school zelf invullen op welke manier ze lesgeven. Ook mogen de scholen zelf bepalen over welke onderwerpen ze aan de kinderen lesgeven. Je leest er meer over in de schoolgids of in het schoolplan.

Er zijn verschillende soorten scholen, bijvoorbeeld de openbare scholen, bijzondere scholen, scholen die lesgeven vanuit een bepaalde pedagogische opvatting en speciale scholen.

De openbare school is er voor alle kinderen, ongeacht hun godsdienst of levensbeschouwing.

Een bijzondere school geeft les vanuit een godsdienst of levensbeschouwelijke opvatting. Er zijn rooms-katholieke, protestantse, christelijke, joodse, islamitische, hindoestaanse en vrije scholen.

Algemeen bijzondere scholen geven les vanuit een bepaalde pedagogische opvatting. Deze scholen worden bestuurd vanuit een stichting of vereniging. Vaak zijn de ouders lid van de vereniging of stichting.
 
Scholen die lesgeven vanuit een bepaalde pedagogische opvatting zijn bijvoorbeeld:
  • Montessorischolen
  • Daltonscholen
  • Freinetscholen
  • Jenaplanscholen
Kinderen die moeilijk kunnen leren, of kinderen met een handicap of gedragsproblemen kunnen aangepast les krijgen op een speciale school. Ze krijgen extra aandacht.
Nederland heeft 320 speciale scholen. De speciale scholen werken veel samen met gewone scholen waardoor zoveel mogelijk kinderen naar het gewone onderwijs kunnen gaan.

De veiligheid

Een kind leert en ontwikkelt zich het beste als het met plezier naar school gaat.
Het is daarbij belangrijk dat het zich veilig voelt op school, in de klas, in het gebouw en op het schoolplein. Vraag de school om informatie over het schoolbeleid ten opzichte van pesten, bedreiging, seksuele intimidatie, geweld en discriminatie.
Een school hoort over een veiligheidsplan te beschikken. In dat plan staan afspraken over een vertrouwenspersoon en de klachtenprocedure. Vraag scholen wat zij aan veiligheid doen.

In de Arbo (arbeidsomstandigheden) – Wet en de Wet op het primair onderwijs (WPO) staan veiligheidsmaatregelen beschreven waar iedere school aan moet voldoen. Het betreft de veiligheid van de klassen, de verlichting, de stoelen, et cetera. Er is ook in deze wetten beschreven dat de school een plan moet opstellen over afspraken die kinderen moeten beschermen tegen ongewenst gedrag zoals pesten en dergelijke.

Net zo belangrijk is een eigen bijdrage aan de veiligheid.
Je kunt actief meehelpen aan regels en aanpassingen voor de veiligheid van de kinderen, door bijvoorbeeld lid te worden van de ouderraad of de medezeggenschapsraad. Je kunt voor de school optreden naar de gemeente als er iets schort aan de veiligheid in, rond, of op weg naar de school. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van extra straatverlichting of verkeersdrempels. Je kunt ook op andere manieren actief meezorgen voor de veiligheid. Houdt toezicht op het plein of geef je op als hulpmoeder/-vader voor bijvoorbeeld de schoolreisjes.

Wanneer kies je school?

Het is goed om vroeg na te denken over de keuze van een school. Veel kinderen gaan al naar een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal.
In dat geval kan het voorkomen dat het kinderdagverblijf of peuterspeelzaal samenwerkt met een basisschool. De scholen organiseren meestal speciale activiteiten om de kinderen met de overgang naar de basisschool vertrouwd te maken.
Je kunt hier even naar informeren.

De gemeente stuurt ouders van kinderen, die in een bepaald jaar drie jaar oud worden, een brief. In die brief staat wanneer je het kind moet inschrijven bij een school. Het lijkt erg vroeg, maar veel basisscholen hebben een wachtlijst. Je kunt er dan maar beter op tijd bij zijn.

In Nederland zijn kinderen vanaf vijf jaar leerplichtig. Dit betekent dat zij vanaf het bereiken van de vijfjarige leeftijd verplicht naar school moeten. Omdat de schooldagen voor jonge kinderen best vermoeiend kunnen zijn, mag een kind tot het de leeftijd van zes heeft bereikt, vijf uurtjes per week thuisblijven. Als het behoorlijk zwaar is voor het kind mag het zelfs in overleg met de school tot maximaal tien uur thuisblijven.

Kinderen mogen vanaf vier jaar naar de basisschool. Wennen mag al vanaf drie jaar en tien maanden. De kinderen mogen dan een aantal dagen naar school komen. De basisschool noemt dit de kennismakingsfase. Het mogen niet meer dan vijf dagen in totaal zijn.
Niet alle basisscholen kennen een dergelijke kennismakingsfase, dus het geldt niet automatisch voor elke basisschool.

Wat leert je kind?

Het onderwijs op de basisschool bestaat uit wettelijk verplichte vakken. Elke basisschool is verplicht deze vakken in het pakket op te nemen. De invulling van de vakken wordt wel aan de school overgelaten.
Verplichte vakken zijn: de Nederlandse en Engelse taal, rekenen en wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld (dit zijn vakken als biologie, aardrijkskunde, lessen in sociale vaardigheden, verkeer, en dergelijke), handvaardigheid, muziek en beweging.
In Friesland zijn de basisscholen verplicht les in de Friese taal te geven, maar er zijn scholen die er ontheffing voor hebben gekregen.

Niet wettelijk verplicht zijn godsdienstlessen of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Als je kind op een bijzondere school zit die staat voor een bepaalde godsdienst of levensbeschouwelijke opvatting, kan het bestuur je kind verplichten aan deze lessen deel te nemen.

Openbare basisscholen zullen niet snel godsdienstlessen of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs geven. Je mag het bestuur wel vragen om je kind dit onderwijs extra te geven. De scholen kunnen hiervoor een leraar van buiten de school inschakelen via een kerkelijke of religieuze instelling of via het Humanistisch verbond.

De lessen die gegeven worden op de basisschool hebben een bepaalde samenhang en worden over het algemeen gekoppeld aan de actualiteiten van het moment. Er wordt veel aandacht besteed aan sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Je kind leert zowel zelfstandig als samen te kunnen werken, zelf problemen op te lossen, respect voor anderen te hebben, alsook zorg en respect voor de omgeving te hebben.

De computer is niet meer uit ons leven weg te denken. De kinderen leren al jong om te gaan met de computer. Het staat de school vrij hoe ze gebruik maken van de computer in het onderwijs.

Tips & Reacties

Deel je eigen tip over eerste schooldag

En maak kans op een cadeaubon ter waarde van € 25!